Hoeveel moet een kat drinken?

Een normaal gezonde kat moet dagelijks tussen de 40 ml en 60 ml water per kilo lichaamsgewicht drinken. Uit zichzelf drinken ze niet zoveel maar katten moeten wel voldoende vocht binnenkrijgen om blaasproblemen en andere nierproblemen te voorkomen. Op hoe meer plekken in huis vers water tot beschikking van de kat staat, hoe meer hij wordt gestimuleerd te drinken. Blikvoer bestaat voor een groot gedeelte uit water. Krijgt de kat dit te eten, dan drinkt hij natuurlijk wat minder. De behoefte is dus afhankelijk van de grootte, de activiteit, de temperatuur van je kat. En of hij droog- of natvoeding eet. Aandoeningen als hoge bloeddruk, nierziektes en diabetes kunnen de waterbehoefte enorm doen toenemen. Katten hebben, zeker in vergelijking met mensen, zeer weinig water nodig om te overleven. Katten kunnen hun urine namelijk zeer goed concentreren en lijken in dat opzicht haast wel woestijndieren.

Drinkfonteintjes zijn bijzonder aantrekkelijk voor katten; het stromende water nodigt uit tot consumptie. Houd er echter wel rekening mee dat dergelijke waterfonteintjes behoorlijk wat herrie kunnen maken en natuurlijk de nodige stroom verbruiken. Ondanks dat er fonteintjes zijn met koolfilters etc. moet ook hier het water dagelijks ververst worden en het apparaat regelmatig schoongemaakt om bacteriën te voorkomen. Een drinkfonteintjes echter zeer uitnodigend voor katten en draagt er zeker toe bij dat de kat voldoende vocht binnen krijgt. Een kat lust wel melk maar het is niet goed voor ze! Van melk of melkproducten als yoghurt en slagroom, kunnen ze aan de diarree raken.